Deel 4 -November 2016

5 november 2016 - Turnhout, België

Reis van 5  tot 13 november

Zondag 6 november

Mijn hoofd zit vol. Met van alles. Onzekerheid over Giampiero. De vriendschap met Bart die verloren is.

Het is vandaag zondag. Ik ben vannacht aangekomen. Gisteren om 17u vertrokken. Ik had zo graag vrijdag willen vertrekken, zoals ik ‘gewoonlijk’ doe. De vlucht op vrijdag is overdag, zodat je nog een hele avond, én de hele zaterdag hebt. De vlucht zaterdag vertrekt pas ’s avonds, waardoor je dus zaterdag kwijt bent. Maar al mijn verlofdagen waren op. Ik had al een extra halve dag gekregen die ik eigenlijk niet meer had.

Mijn kop zit vol. Ik voel me niet zo goed in mijn vel. Ik heb er nood aan me te ontspannen, me te laten gaan, mijn hoofd leeg te maken. En ik voel me triestig. Out of love, out of aandacht… of zo.

Al lang mijn verhaal niet meer kunnen doen aan Bart. Wat me alles altijd deed relativeren.

Dat gevoel is over me heen gekomen twee of drie dagen voordat ik vertrok. Alsof de leegte (of de overvol-heid) plots de verliefde gevoelens overschaduwden. Triestigheid, gespannenheid. Geen ontspannen vrolijkheid. Dat ondraaglijk verlangen naar  Giampiero dat ik twee maanden lang had, was plots overstemd door dat volle hoofd, door de zwaarte. Niet dat ik niet blij was om Giampiero dan eindelijk terug te zien, om half 2 ’s nachts. Maar ik was onzeker.

Onzeker ben ik al twee maanden. Hoewel hij tekenen genoeg geeft dat hij het meent. Hij sluit speciaal voor mij op een zaterdagavond zijn bar om in een ijltempo van San Vito naar Trapani te rijden om mij te zien. Maar toch weet ik niets. Ik weet niet of hij nu verliefd is, ik weet niet of hij ons als koppel beschouwt, ik weet niet of hij de voorbije weken met andere vrouwen heeft gevost (hij zegt van niet), ik weet niet of hij hier iets verder mee wil, of dat het na deze week allemaal stopt. Ik weet niet of hij iets wilt met mij, of mij gewoon ziet als een aangenaam tussendoortje. Hij neemt me wel overal en altijd in zijn armen (alsof hij er niets mee in zit dat mensen ons als een koppel zien. Maar het kan ook zijn dat mensen het gewoon zijn dat hij om de zoveel tijd een andere vrouw in zijn armen heeft).

Ik krijg al wekenlang mijn leven niet op orde. Elk weekend probeer ik mijn appartement op orde te krijgen, maar meestal geraak ik niet verder dan de afwas en het opruimen van de grootste rommel op de grond. En daar ben ik dan meestal een hele dag mee bezig. Ik kom tot niets. De ‘druk’ van eindelijk al die rommel op te ruimen om ruimte te maken in mijn hoofd, vult mijn hoofd nog meer. En zo stelde ik het inpakken ook uit. Het lukte niet. Ik vond de energie niet. Vooral dan de mentale energie. Vooral de laatste dagen voordat ik vertrok.

Vrijdagavond was ik óp. Verdrietig… om geen enkele voor de hand liggende reden. Behalve dan Bart. Die me nu volledig negeert nadat hij me heeft weggeduwd. Hij heeft geen zin om er nog zoveel te zijn voor mij, en vindt dat ik me aan hem vastklamp. Hij wilt dat hij niet de enige is aan wie ik mijn verhaal kan doen. Dat heeft hij mooi te willen. Dat zou ik ook wel willen.

Dus stelde ik alles uit tot zaterdag. Als ik zaterdag niet was vertrokken, zou ik vrijdagavond zeker iets zijn gaan drinken met Stijn, die me dat nog vroeg. Ik zou zeker in de alcohol zijn gevlogen en mijn verhaal gedaan hebben aan Stijn. Maar ik dacht aan Giampiero die ik zaterdagnacht zou zien en ik dacht aan de korte nacht die het zeker zou worden. Ik was in de zetel gekropen, blue als ik was, en toen mijn serie op tv gedaan was, om 23u, besloot ik om toch maar gewoon te gaan slapen.

Zaterdag was het stressen. Al was ik om een uur of tien opgestaan en moest ik pas om 17.14 de trein hebben, toch was het haasten. Ik was ook verschrikkelijk moe en heb zelfs nog een dutje van een halfuur gedaan, waardoor ik daarna écht hals over kop moest vertrekken en naar de tram moest hollen, die te laat was, en daarna naar de trein moest spurten, die ik nog nét haalde, maar die óók vertraging had, zodat ik bang was om mijn vlucht te missen. Ik was uiteindelijk wel op tijd in de luchthaven. En toen had de vlucht vertraging. Alles leek mis te gaan. En toen ik eindelijk in Trapani was (ik had nog wel de laatste bus van de luchthaven naar het centrum gelukkig), bleek er niemand meer in de receptie van de bnb, en nam er niemand de telefoon op. Gelukkig heb ik tegenwoordig internet op mijn gsm en kon ik nog een ander nummer vinden, zodat ik uiteindelijk nog wel iemand kon bereiken die dan ook de eigenaar ging bellen. Maar ik kreeg niet meteen iets te horen. Ondertussen was Giampiero aangekomen in Trapani. Dus het was in al die spanning, stress en zorgen dat ik hem terugzag.  Raar wel. Omdat ik meestal alleen aankom in Italië, in Sicilië, in Trapani. En dat wil ik ook meestal niet anders, omdat ik tijd nodig heb om alles in me op te nemen en te acclimatiseren. Maar voor hem maak ik uiteraard graag een uitzondering. Maar toch… maakt het me allemaal onzeker en onwennig. Ik voel me onzeker in mijn vel tegenover hem. Mijn kleren, mijn gewoontes… valt dat allemaal wel in de smaak bij hem? En zo niet, dan wil ik liever alleen zijn… zodat ik tijd kan nemen om weer tevreden met mezelf te zijn…

We hebben gevreeën, wat zoals te verwachten niet echt lukte. Het deed pijn na een tijd en dan moet ik stoppen. En dan daarna…als hij zich erbij neerlegt, en ik minder druk voel, dan word ik er weer opgewonden van hem aan te raken en hem op te winden en dan vrijen we opnieuw en deze keer kan ik me geven en komt hij klaar. Wat mijn plan was, zodat hij rustiger is. Het is dan al zes uur ’s morgens. (We waren, nadat het dan toch gelukt was om in te checken, zo rond 2 uur ’s nachts, nog eerst naar Bandini gegaan om een cocktail te drinken).

Af en toe werd ik wakker van zijn gesnurk, en om half 9 begonnen zijn vrienden onophoudelijk whatsapp-berichtjes te sturen, waar hij niet maar ik wel wakker van werd. Dus veel had ik niet geslapen. Om niet te zeggen niet. Dan rond tien, elf uur opgestaan. (Als hij is gekomen, heeft hij de volgende morgen duidelijk geen drang naar seks. Dat is wel anders dan wat ik tot hier toe gewoon ben, maar hij is dan ook al 48). We zijn dan gaan ontbijten en dan naar Mothio gegaan. (Een surf- en kite-plek). Daar een beetje in de zon gezeten, terwijl hij met een vriend van hem babbelde. Ik wist nog niet of ik daarna met hem mee zou gaan naar San Vito, want dan zat ik in de knoei met mijn check-out de volgende ochtend. Plus dat ik morgenvroeg naar een aantal winkels in Trapani wil. Maar Giampiero heeft het gewoon voor mij beslist. ‘Blijf maar in Trapani’, zei hij, en lacherig voegde hij eraan toe dat ik niet mee mócht naar San Vito. Waarom hij dat deed, uit eigenbelang of in mijn belang denkend… dat kan ik niet zeggen. Hij zette me af aan de bnb en ik ben dan direct in mijn bed gekropen. Ik had misschien een uurtje geslapen vannacht. De hele namiddag geslapen. Rond zes, zeven uur naar Elipao, de smoothiebar van Paolo, gegaan. Toch wel heel blij om die mensen terug te zien. Allemaal. Maar vooral Paolo natuurlijk. Daar slaatje gegeten en een tijdje met iedereen gebabbeld. Afgesproken ook om morgen in te checken in hun airbnb. Niet dat ik weet of ik daar veel ga overnachten.  

Rond acht, negen uur een wandelingetje gaan doen. Aan het water beginnen wenen.

Al die onzekerheden… in verband met Giampiero… En tegen wie moet ik dat allemaal vertellen… dat ik er nood aan heb om mezelf terug te vinden, maar dat ik hem ook niet wil wegduwen, maar dat ik ook niet weet in hoeverre hij dat erg zou vinden. In hoeverre hij iets van mij wilt, zoals bij mij zijn, mij leren kennen, écht kennen. Wat is dat tussen ons? Wat mag ik daar van verwachten? Of helemaal niets? In dat geval ga ik liever naar Favignana.

Toen ik hem vertelde wat mijn plannen waren als ik hem niet zou kennen, zei hij: “maar als je naar Favignana wilt gaan, moet je dat doen he. Je moet doen wat je wilt. Ik zal niet kwaad of beledigd zijn”. Dat is een verschil met de eerste dagen tijdens de vorige vakantie toen hij kwaad werd omdat ik alleen wou slapen in het hostel en omdat ik met Francesco wou gaan eten. Wat er sindsdien is veranderd, mag Joost weten. Inzicht gekregen? Of gewoon minder gevoelens?

En hoe moet ik me daar tegenover stellen. Natuurlijk wil ik het liefste van al bij hem zijn. Maar niet om nog meer gehecht te raken aan hem en dan meer pijn te hebben als hij me laat vallen. Ik wil wel het meeste halen uit de weinige tijd die we samen hebben.

Ik word zot van die onzekerheid. Als het voor hem maar een tussendoortje is, dan wil ik liever geen ‘opofferingen’ (investeringen) doen, en dan wil ik liever mijn eigen ding doen. Als hij het serieus ziet, dan wil ik investeren. Ik heb dat nooit gehad. Ik ben nooit samen geweest met iemand die ik wil. Ik weet niet hoe je dat doet. Ik kan niet geloven dat hij me wilt. Letterlijk niet geloven. Als hij me vastneemt op straat, zijn arm over mijn schouders legt, vind ik dat fijn, maar het lijkt surrealistisch.

En ik slaag er al lang niet meer in om mezelf te zijn bij hem. Want ik kan niet geloven dat hij me wilt. Het heeft ook te maken met mijn onzekerheid natuurlijk, met het feit dat ik even niet meer weet wie ik ben. Maar ook met het feit dat ik het niet gewoon ben. Ik heb dat nog nooit gehad. Ik ken dat niet. Nooit gehad. Ik ben al blij als ik mezelf kan zijn, en als ik word geaccepteerd of geapprecieerd om wie ik ben. Eventjes, toevallig… een avondje of een uurtje. Maar iemand die me meteen wilt zien zodra ik voet op Siciliaanse bodem zet, die bij me wilt slapen en de dag met mij wilt doorbrengen en met mij arm in arm over straat  wilt lopen…  Is dat omwille van mij? Of om iemand anders… Iemand die ze denken dat ik ben… die ik moet proberen te zijn… Ik bén niet cool, geweldig, vol levensvreugde. Ik ben ongelukkig, alleen en onzeker. Dát ben ik meestal. Meestal in België. En af en toe – meestal in Italië, als ik genoeg zon en ontspanning heb gehad – ben ik zorgeloos, grappig, vrolijk… En dat kan ik even delen, daar kan ik anderen van laten meegenieten. Eventjes. Maar ik bén het niet. Ik ben onzeker, ongelukkig en alleen. Ik heb een zwak zelfbeeld. (Poco autostima, zoals ze in het Italiaans zeggen). Allemaal nefaste eigenschappen voor een relatie.

Nadat ik aan het water heb gezeten, ben ik een toertje gaan wandelen (mijn gebruikelijk toertje), en langs Bandini gegaan en daar een cocktail gedronken en beginnen schrijven.

Maandag 7 november

Misschien is hoe ik me voel een beetje te vergelijken met begin dit jaar. Mezelf kwijt. Maar vooral een volle kop. Praktische beslommeringen kunnen er niet meer bij. Hier zijn en mijn eigen ding doen: lezen, schrijven, muziek luisteren (in de zon zitten als die er is, maar helaas heb ik er een week met slecht weer uit gekozen), en genieten van het dagelijkse Trapanese leven (op een terrasje cappuccino drinken en de Siciliaanse way of life observeren)… Dat helpt me allemaal. Daar bekom ik van. En ik heb zóveel nood daaraan. Om aan niks te denken, niks te moeten, mijn eigen ding te doen, alleen te zijn…

Maar het is zo jammer dat ik daar nu zoveel nood aan heb. Terwijl ik al wéken niks anders doe dan naar Giampiero verlangen.

Twee dagen voordat ik vertrok, viel dat verlangen plots weg en verlangde ik alleen nog maar naar rust. Niet dat ik minder interesse in hem heb. Ook niet dat ik minder gevoelens heb, maar ze zitten onder een laag zorgen.

Gisterenavond tot een uur of elf zitten schrijven in Bandini. Af en toe een berichtje van GIampiero.  Als ik naar huis aan het wandelen ben, vraag hij wat ik aan het doen ben. Als ik zeg dat ik ga slapen, zegt hij ‘ik kom ook slapen’. Ik antwoord: ‘ja?’ Hij antwoordt: “zou je dat willen?” Ik schrijf de waarheid, dat ik het leuk zou vinden, ook al zou een nacht alleen, een goede nachtrust me deugd doen. Hij zegt dat hij de volgende dag (vanmorgen dus) dingen te doen heeft in San Vito en dat hij daarom – met tegenzin – ginder gaat blijven. Ik vraag of hij dan helemaal niet naar Trapani komt de volgende dag (vandaag dus). Hij zegt dat hij zin heeft om de volgende dag de bar niet open te doen maar dat hij zal zien hoe de dag vordert, maar dat hij in elk geval ’s morgens niet gaat afkomen.

Het feit dat hij aangeeft wel bij mij te willen zijn, stelt mijn onzeker hart gerust.

In al mijn onzekerheid kan ik niet begrijpen wat hij in me ziet. Maar als hij dan toch nog altijd zin heeft om mij te zien, ben ik toch wat gerustgesteld.

Als ik in mijn bed ligt, begint David Asquino te chatten met mij. Het lijkt erop dat ik, sinds ik Bart verloren ben, weer enorm veel waarde hecht aan mijn Italiaanse vrienden, die me graag hebben zoals ik ben. Het doet deugd om contact te hebben met hen.

14u

Vanmorgen tot 10u geslapen. Dan gaan ontbijten en gaan inchecken in de bnb van Paolo. Het was Elisa die me incheckte. Uitgepakt, berichtje van GP gekregen, die vroeg wat ik deed. Dan naar de gsm-winkel om mijn Italiaanse nummer te reactiveren. Dan eventjes met GP gebeld. Hij had in de namiddag een afspraak met de loodgieter. Of hij vanavond de bar zou opendoen, wist hij nog niet. Dus niet echt plannen gemaakt. Hij zou woensdag gaan surfen. Of ik mee wilde. Ja, dat wilde ik wel. Dat vond hij een lief antwoord. Daarna naar de Erbolario-winkel. Dan langs het water gelopen, broodje gekocht en dat aan het water gaan opeten. (broodje Vastaso. Vastaso betekent vulgair in het Siciliaans. GIampiero leert me Siciliaans.)

Ik zou me in de zon willen leggen. Maar er is geen zon. Af en toe drupt het ook. En morgen zou het echt regenen. Ik heb echt de verkeerde week gekozen.

Volgens mijn weer-app is het morgen alleen op Favignana mooi weer. Dus misschien ga ik naar Favignana. Tenzij ik vanavond naar San Vito ga. Het zal van GP afhangen. Als we samen willen slapen, moet ik naar San Vito,, want in de bnb van Paolo kan ik GP niet laten slapen.

19u

Ben op mijn bed gaan liggen rond 15u. Ik had hoofdpijn en was moe. Ik voelde meteen dat ik in slaap zou vallen. Ben een paar keer in slaap gevallen en weer wakker geworden door een luide stem van nog een bewoner van de bnb. Ik zag dat GP me een berichtje had gestuurd. Ik heb geantwoord en hij belde. Hij zei dat hij zijn bar (Frish) niet ging opendoen en naar Trapani wilde komen. Ik heb gezegd dat hij niet kon slapen in de bnb. Dat vond hij maar niks. Maar ik voel me er niet goed bij. Ik stelde voor om naar San Vito te gaan, maar dat vond hij ook geen goed idee. Ik stelde voor om samen te eten. Hij zei dat hij nog vis had en uiteindelijk hebben we afgesproken dat hij zou koken in de bnb. En dat we daarna wel zouden zien.

Donderdag 10 november (Favignana)

Donderdag al! Ik heb al die tijd niet geschreven. Het is slecht weer geweest. Maar nu ben ik waar ik wil zijn. Op Favignana, en de zon schijnt. Ik weet wel niet of ik vanavond terug geraak. Het is een wilde zee. (en dan is het niet zeker dat de boten varen, nvdr.) Wie weet geraak ik zelfs morgen niet terug. Maar ik heb wel er wel effe nood aan om vrij te zijn. En om aan niks te denken, en met niemand rekening te houden.

Mijn geheugen laat me een beetje in de steek, want ik heb moeite om de week te recapituleren.

Ik doe even een poging:

Zaterdagnacht geland en aangekomen in Trapani en samen met GP geslapen (of eerder: niet geslapen).

Zondag met GP naar Mothia, in de namiddag geslapen en dan slaatje gegeten bij Elipao, dan Bandini en dan gaan slapen.

Maandag eerst uitgebreid gaan ontbijten, dan  ingecheckt bij bnb van Paolo, dan naar een aantal winkels gegaan, en daarna beetje bijgeslapen in de bnb van Paolo (de vermoeidheid van zaterdagnacht zat nog in mijn lichaam). Na mijn dutje heb ik eventjes met een andere bewoner van de bnb gepraat. Iemand die in een centrum voor immigratie werkt in Trapani.

Dan met GP gaan aperitieven in een tof barretje. Daar heb ik hem dan mijn beslommeringen verteld. Over Bart, en over het feit dat ik niet wist wat dit voor hem was, enz. Mijn hoofd zat vol en ik zal vol onzekerheden en spanningen en remmingen en vragen. Na de aperitief zijn we naar een vriend van hem gegaan en daarna pasta gaan eten. Maar ik kreeg niet veel binnen. Daarna zijn we uiteindelijk naar San Vito gereden, omdat we samen wilden slapen. Daar aangekomen viel er een soort spanning van me af. Heerlijk weerzien met San Vito en de samenhangende herinneringen. Er klopten weer een hele hoop dingen.

Dinsdag was het slecht weer en als ik het me goed herinner, hebben we de hele dag in bed gelegen. Maar dat zal wel niet. Waarschijnlijk zijn we gaan ontbijten en daarna even op het strand gelegen met veel kleren aan. ’s Avonds zijn we ergens gaan eten. Ik was moe en misschien was ik toen beter in Trapani gaan slapen. Maar we zijn in San Vito blijven slapen. Eerst een film gezien in bed, in elkaars armen, wat fijn was… Nooit gedaan, en zo naar verlangd mijn hele leven… Daarna geslapen want ik was te moe voor iets anders. Maar als ik echt moe ben en wil slapen, dan wil ik slapen. En GP was de hele nacht onrustig en draaide zich om het kwartier of halfuur om. Iedere keer dat ik insliep werd ik weer wakker van hem. Dat heb ik tot vier uur ‘s nachts volgehouden. Toen gaf ik het op en vroeg ik aan hem of hij in de andere kamer wou gaan liggen. Dat wilde hij niet, dus ben ik er gaan liggen. Maar daar kon ik ook niet slapen.

Woensdag zijn we een beetje met de auto gaan rijden. Daarna heeft hij me in Trapani afgezet en is hij gaan surfen. Ik ben dan in de zon gaan zitten. Eerst op het strand en daarna op mijn favoriete plekje. Daarna naar de bnb gewandeld. GP stuurde me dat hij gedaan had met surfen en hij vroeg wat ik ging doen. Ik zei dat ik een dutje ging doen. Hij zei “ok, we zien elkaar straks dan”. Toen ik in de bnb was, besloot ik even volledig te doen waar ik zin in had en naar niemand of niets te kijken, en me niet te haasten. Ik was moe en besloot om twee uurtjes te slapen. Tot een uur of 19u, en dan te douchen. Tegen 18.30 wilde GP weten of ik klaar was. Maar ik ben tot 19.30 in bed blijven liggen en daarna rustig gedoucht. Daar was hij geërgerd om. We zijn dan een wijntje gaan drinken in de wijnbar in de Corso Vittorio Emmanuele, en dan pizza gaan eten. Daarna zijn we eventjes naar de bnb gegaan, waar Paolo en Elisa waren. Daar met z'n  vieren wat zitten babbelen. Daarna nog even in de auto van GP zitten babbelen. Daarna is hij vertrokken.

Donderdag ben ik dan naar Favignana gegaan. In de namiddag op het strand en ’s avonds gebarbecued op de binnenplaats met Rosario en vrienden van hem (Michele, nog een Rosario, Fabio en nog wat mensen). Daarna kwamen daar nog huurders van Rosario bij, onder wie een Amsterdams meisje (kunstenares) en twee zeilers.

Overdag was het mooi weer, al was er veel wind. Ze beloofden beter weer voor vrijdag, dus ben ik blijven slapen op Favignana. Ik genoot er wel van. Ik had een klein appartementje voor mezelf, met eigen badkamer. Zalig. Ik had meteen zin om nog een nacht te blijven. Maar de volgende dag (vrijdag) was het bewolkt.  

Toen ik vrijdagochtend koffie wou gaan drinken en op de binnenplaats passeerde, zaten de zeilers daar en heb ik nog een tijdje met hen gepraat. Ze nodigden me uit om de week erop mee te gaan zeilen! Magari! (= I wish!)  Een tijdje geleden vroeg Davide Maioli of ik mee naar de Caraïben wilde gaan. Allemaal direct, als ik niet moest werken. Als ze me dan nu eens vorig jaar (toen ik geen werk had, nvdr) hadden gevraagd! Na het babbeltje ben ik een cappuccino gaan drinken. Tot het daar te koud werd omdat de zon achter de wolken was verdwenen, die daar de rest van de dag ook is gebleven.

In de namiddag heb ik in de hangmat op het dakterras van het gebouw van Rosario gelegen. Tot het ook daar te koud werd, dan ben ik op het binnenplein gaan zitten. Michele liep langs het binnenplein en dan zijn we samen nog even naar het strandje (Praia) aan het einde van de straat gegaan. Heel de namiddag zitten nadenken of ik die nacht ook nog op Favignana zou blijven of niet. Want hoe slecht het weer ook was, Favignana heeft iets betoverends en ontspannends. Iets ontstressends, onthaastends. Of misschien is het ook door Rosario en de onverstoorbare sfeer die hij uitstraalt. Ook Rosario heeft iets betoverends. Gevaarlijk. Gevaarlijk om daar verslaafd aan te raken. Uiteindelijk dan de knoop doorgehakt en besloten om te vertrekken. Omdat ik mij anders zaterdag te veel zou moeten haasten. En omdat ik ook nog een kans wou creëren om met Paolo te praten. Zaterdag zou ik naar San Vito gaan, en van daaruit zou GP me naar de luchthaven brengen. Als ik dus zaterdag eerst nog de boot moest nemen, en dan mijn spullen pakken in de bnb van Trapani, en daarna de bus nemen naar San Vito… Dat zou wat te veel gehaast worden.

Dus vrijdag de boot genomen om 17u. Rosario liet me bijna niets betalen. Het is een schat. Hij leek teleurgesteld dat ik vertrok. Even deed hij me twijfelen. Hij zei dat als ik van gedachte zou veranderen, dat de deur zou openstaan.  De hele tijd onderweg naar de boot, en ook op de boot twijfelde ik nog. Want op Favignana leek ik tenminste tot rust te komen. Toen ik op de boot zat, besefte ik plots ook dat ik ’s avonds toch maar alleen zou zijn in Trapani (Paolo had ook al laten weten dat hij er niet ging zijn), en dat ik dus evengoed samen met Michele en Rosario had kunnen eten ’s avonds. Wat altijd gezelliger was geweest dan alleen te zitten. En omdat ik echt geen zit had om alleen te zijn, en te zitten rondwandelen op zoek naar eten, stuurde ik een bericht naar Francesco. Die stelde meteen aperitivo voor. Aangekomen in de bnb eerst gedoucht en dan naar Bandini. Cocktail gedronken. Ik had er nood aan om bij iemand te zijn bij wie ik gewoon mezelf kon zijn, zonder bang te zijn om te veel te zijn, of wat dan ook. Uiteindelijk ken ik GP nog niet zo goed en niet zo lang. Het duurt toch altijd een tijdje voordat ik iemand vertrouw en ik mezelf durf te zijn. Daar had ik het pas nog met David Asquino over gehad. Het deed dus deugd om bij iemand te zijn (Francesco) bij wie ik niet op mijn woorden moest letten. Lekker zot en uitgelaten doen. Bij Francesco voel ik een soort vertrouwdheid en vertrouwen. Omdat Francesco er iedere keer was, al die keren dat ik naar Sicilië ben geweest, ook op en na momenten dat ik hem heb weggeduwd. En dat had ik precies even nodig: weten dat ik mezelf kon zijn. Want ondanks het feit dat ik me de eerste keren bij Giampiero helemaal geaccepteerd en geapprecieerd voelde, is er daarna wel veel onzekerheid gekomen. Wat en hoeveel mag ik van mezelf zijn, zonder hem weg te jagen. Want mijn verliefd enthousiasme jaagt iedereen altijd weg.

Ik heb onzekerheid gekend in september toen ik mijn plannen veranderde omwille van hem, en ik heb veel onzekerheid gekend tijdens de twee maanden tussen de twee vakanties van september en november.

Met Francesco dus naar Bandini, en daarna nog eventjes rondgewandeld, en dan ergens op een binnenkoertje beland, waar er een of ander evenement bezig was, met allemaal standjes met hapjes en drank, ter gelegenheid van Sint Maarten.  Best zatjes geworden. Daarna uiteindelijk bij hem thuis beland. Daar tot middernacht gebleven en dan naar de bnb gelopen. Onderweg met GP gebeld.

De eerste dagen van deze reis heb ik veel gepraat met GP. Ik zat vol onzekerheden, en die moesten eruit. Wat was het voor hem, wat we hadden? In de toekomst kon hij niet kijken, zei hij. Hij kon ook niet op lange termijn denken, maar hij zou het wel als een relatie benoemen, wat we hadden. Hij vindt me geweldig en allerlei andere superlatieven. Hij heeft interesse in mij, hij vindt me leuk, en daar begint het allemaal mee, zegt hij. En soms is hij verliefd, en soms niet, en dat kan je op voorhand niet weten. Maar hij weet niet of hij nog echt in liefde gelooft. Maar hij is me wel echt graag gaan zien, zei hij.

Na het uitgaan met Francesco was ik emotioneel en kwetsbaar. Mijn hoofd zat opnieuw vol (of is gewoon niet echt leeggeraakt). Ik had geen gelegenheid gehad om aan niets te denken, om te herbronnen, om mijzelf terug te vinden, om m’n kwetsbare ik ruimte te geven, om te voelen dat ik er mag en kan zijn. Om het kwetsbare kuiken in mij te laten piepen en stapjes te laten zetten en de wereld te ontdekken en weer te weten waarom ik van het leven houd. Daar had ik dus allemaal niet echt de kans toe gehad.  De zon en de warmte die maar niet wilden komen, hielpen ook niet.

Ik weet niet wat ik had zaterdag, maar ik was zo vreselijk onrustig en triest. Ik wist ook niet goed of ik de bus van 14u of van 18u naar San Vito zou nemen. Ben gaan ontbijten en in de zon gaan schrijven. Uiteindelijk naar de bnb gegaan. De ouders van Paolo kwamen net buiten. Paolo zou eraan komen, zeiden ze. Ik zat een broodje te eten in de keuken toen Paolo en Elisa binnen kwamen. Uiteindelijk de hele namiddag (tot een uur of half vijf) met Paolo en Elisa zitten babbelen. Op een bepaald moment vroeg Paolo: ‘hoe gaat het met je, Veerle?’ Zomaar, midden  in het gesprek. Nou, van zo’n vraag gaan mijn tranen opwellen. Als Elisa er niet bij was, had ik waarschijnlijk eerlijk geantwoord, met eventueel een traan. In de plaats daarvan ben ik even naar het toilet gegaan om me te vermannen. Die gevoeligheid van Paolo is één van de redenen waarom hij me zo raakt.

Om 18u dan de bus naar San Vito genomen. Nog altijd even emotioneel en in mezelf gekeerd.

Foto's van deze reis

Het verhaal van mijn 13 reizen tussen 2015 en 2017

Foto’s