Deel 8 - april 2019

6 april 2019

Reis van 6 april tot 17 april

Zaterdag 6 april 2019

Hier gaan we weer. Het is van september 2018 geleden. In september wist ik niet of ik nog zou teruggaan. Maar begin dit jaar kreeg ik er toch weer zin in. Ik zit nu in de Thalys. Vanuit Brussel, want in het weekend rijdt er geen Thalys vanuit Antwerpen. Dat gaf me al meteen extra stress, want wat als mijn trein van 9.46 in Berchem (aankomst 10.30) niet zou rijden? Met de NMBS weet je nooit.

Op de trein naar Brussel zat Frank de Boosere in mijn wagon. Hij had zijn fiets bij en raakte aan de praat met een andere fietsfanaat met fiets. Wat een positieve mens is dat toch. Ik kreeg ineens een hele lading positieve vibes over. Of was het gewoon het feit dat ik op reis ga, iets anders ga doen dan de sleur…

18.30

De zon bleef niet lang en in de plaats kwamen wolken. In de trein is het best fris. Buiten ligt er sneeuw. Best wel een rare gedachte als je eigenlijk op weg bent naar een zonnige bestemming. Ik zit al in een zomermindset.

We zijn in het station Modane en naast mij op het perron ligt een grote hoop sneeuw. Er zitten veel Vlamingen in de trein. Sommigen van hen heb ik in de thalys ook gezien en hadden ski’s bij.

Zondag 7 april 

Net op de trein van Salerno naar Palermo

Gisteren om 20.18 in Turijn aangekomen. De metro naar Porta Nuova genomen en daar in de McDonalds frietjes gegeten (enige plek in het station waar je warm kon eten). Daarna op de trein gewacht.

Ik zat met drie oudjes in het compartiment, van wie er 1 af en toe zwaar snurkte. De bedden van de trein zijn steenhard. Desondanks ben ik toch een paar keer ingedut voor langere tijd. Voel me zelfs redelijk uitgeslapen.

Ergens in Turijn en in de trein naar Salerno, en in Salerno heb ik toch mijn portie Italianità binnengekregen, waardoor ik me beter, relaxter voel.

In Salerno rond half tien aangekomen. Ontbeten en proviand gekocht voor mijn trein tot in Palermo. Het is hier (Salerno) warmer dan in België maar toch nog wel frisjes.

Ik heb nog nooit zo’n grijs donker bewolkt regenweer gezien in het zuiden van Italië.

15.10

Op de boot, met regen ☹ En dat terwijl het in België volle 20 graden is! Ik voel me nu toch moe, en een beetje mottig van het in de trein zitten, van de vermoeidheid en misschien ook wel van mijn regels die aangebroken zijn.

Daarnet naar toilet gegaan en ontdekt dat ik in de laatste wagon zit. Ik kon uit het achterraampje het spoor achter ons zien.  We reden in een tunnel. Die tunnels zijn gigantisch lang. Toch speciaal.

Ik heb vannacht gedroomd dat ik Brad Pitt kuste.

Ik zat altijd met een fantasietje in mijn hoofd dat Frank Albers mee ging naar Sicilië met mij. Ik stelde me dan voor hoe hij er bij elke stap/trein van de reis bij zou zijn. Ik stelde me voor dat het kon, want het is paasvakantie. Maar hij zit in Zwitserland, stuurde hij net, als antwoord op mijn berichtje dat het hier slecht weer is. Dus die fantasie zou in werkelijkheid geen werkelijkheid kunnen zijn.

19.30

Aangekomen.

Het moment dat de trein in het station van Palermo binnenreed, brak de hemel open en viel de regen er met bakken uit, vergezeld van donder en bliksem. Nog nooit meegemaakt. Zo koud, vies, donker en vooral nat!!

Terwijl ik aan de ingang van het station wacht tot het regenen mindert, staan er een hoopje jongeren met veel kabaal in de regen een potje te voetballen, af en toe knalt de bal tegen grote stationslampen aan het plafond van de galerij voor het gebouw.

Die rumoerigheid, die hevigheid in de stad overvalt me. Ik ben het niet meer gewoon. Als de regen mindert, loop ik naar m’n b&b, op tien minuten van het station. De eigenaar, Alberto, is een dertiger schat ik, iets jonger dan ik. Zijn appartementje is allerschattigst met veel balkons, en kijken allemaal uit op het groen. Mijn kamer is stijlvol ingericht, met assorti-kleuren die overal terugkomen: geel, oranje, bruin en grijs. Na wat gepraat te hebben en de sleutel te hebben gekregen, leg ik me op bed. Ik ben moe en daas en suf van de reis. De vermoeidheid, mijn regels en de pijn van mijn wijsheidstand.

Het laatste stuk van de reis heb ik een groot stuk uit ‘de geniale vriendin’ gelezen van Elena Ferrante. Ik ben altijd blij als ik boeken vind die me kunnen opslokken en helemaal meenemen in een wereld. Dat even weg-zijn ontspant me altijd. Het deed me deugd. 

Vanuit het groen buiten klinken er vogeltjes en vanuit de living klinkt er klassieke muziek. In zo’n appartementje zou ik ook nog kunnen wonen. Het is schattig en gezellig. Misschien komt het door de lage plafonds. Hoge plafonds geven me een onveilig gevoeld. Ik verlies mezelf er.

Aangezien ik mijn regels heb gekregen, ga ik mijn bezoek aan Roberto uitstellen. Als ik al ga. Ik weet nog niet wat ik ga doen, maar zolang ik mijn regels hevig heb, ben ik niet sociaal en wil ik gewoon rust.

Alberto zou binnen een halfuurtje weggaan, zei hij. Dat is dan het ideale moment om eens naar toilet te gaan en te douchen. Ik denk niet dat ik nog de deur uitga. Het is donker en nat en ik voel er niks voor om buiten te gaan.

Bij Alberto in de b&b

21.30

Douche genomen en klaar voor bed. Pijn aan mijn tanden. Ik probeerde een bnb te boeken voor morgenavond (omdat ik morgen mijn eerste dag regels heb, en ze zon voorspellen en ik niet een hele dag in de trein/bus wil zitten en vooral omdat het in Valledolmo nog kouder is.

(Roberto leerde ik kennen in mei 2017. In de maanden daarna hadden we regelmatig contact via whatsapp. Hij nodigde me uit om in het najaar, als hij weer in zijn huis in het binnenland (Valledolmo) zat (in de zomer maakte en verkocht hij juweeltjes in San Vito lo Capo en woonde hij in zijn camper), langs te komen en er te logeren. Dat zou ik in oktober doen, maar in augustus was hij opnieuw samen met zijn ex (een Française), en vond hij het niet meer opportuun dat ik kwam logeren. In 2018 hebben we geen contact gehad. Begin 2019, toen het blijkbaar weer gedaan was met de Française, contacteerde hij me opnieuw, en spraken we af dat ik in het voorjaar zou komen logeren.)

Ik heb het verkeerde moment gekozen om naar Valledolmo te gaan. Er zijn veel keren geweest dat ik de hitte en de felle zon niet kon verdragen en wat meer frisheid en groen me deugd hadden gedaan. Nu voel ik er weinig voor om naar 10 graden te gaan.

Maandag 8 april (aan het ontbijt)

Het lijkt wel of ik altijd mijn regels heb als ik in Italië ben, maar ik kan er ook niet aan doen dat mijn regels altijd vallen in de periode dat ik op vakantie wil gaan.

Ik heb iets met Palermo. Ondanks de chaos, de drukte, het verkeer, het lawaai, het vuilnis, trekt deze stad me aan. Het zal de levendigheid zijn, en het niet ingehoudene.

Ik wandel daarnet voorbij een stukje groen en ik kruis twee mannen. Een van hen zegt dat het parkje eens moet worden opgekuist, dat het nu wel eens tijd wordt. Net op het moment dat ik passeer, richt de man zich tot mij en zegt: “non è vero, signora? Lei, che ne dice?” (Is het niet, mevrouw? Wat denkt u ervan?) Dat vind ik dan heerlijk. Ik kan me zoiets niet voorstellen in België (tenzij ik daar misschien stilstond, en een of andere aanleiding gaf om mee in het gesprek te worden betrokken).

Zo zijn er talloze voorbeelden. Ik vind het ook een interessante stad. Ik observeer en contempleer ook graag over de migratie. Ik vind het boeiend, ik wil er het fijne van weten. Ik heb niet de indruk dat de Afrikanen hier worden opgenomen in de maatschappij. Je ziet vaak jonge zwarte mannen samen op pleintjes hangen. Anderzijds heb ik ook nooit een Italiaan op racisme betrapt. Integendeel. Italianen zijn en blijven veel altruïstischer dan wij Belgen zijn. Dat ‘ieder voor zich’ van ons zit zo niet in de cultuur van Italianen. Maar alles is een veralgemening natuurlijk. Ik zie altijd twee aparte werelden (migranten en Sicilianen), maar ik merk geen gebrek aan respect op menselijk vlak. Gewoon nuchterheid van de Sicilianen. Sicilianen hebben het door de band genomen ook niet altijd zo makkelijk, economisch gezien. En ze leven gewoon hun leven. That’s it. Bij ons zit er zo’n vreselijk complex, gecompliceerd, beladen verhaal aan vast van moraliteit en ethiek, van schaamte en schuld enz. Van opgelegde verplichting: ‘we moeten die mensen helpen, en we moeten te allen prijze vermijden dat die mensen zich gekwetst, tekortgedaan voelen’ enz.

Daar zit ik dan graag over na te denken.

Gisterenavond niet meer uit geweest dus. Te moe. Een beetje gefacebookt, wat berichten gestuurd, wat getinderd (meteen een stuk of 5 matches en 2 gesprekken), en gaan slapen.

Rond 9u opgestaan, toch wel een heel pak frisser dan de dag ervoor. Van geest, bedoel ik. Het weer is nog altijd even fris. En ook geen of weinig zon. Zo ben ik Palermo en Sicilië niet gewoon, en ik ben al veel in de winter geweest. Het is april en meestal is het dan toch al wel boven de 20°.

’s Morgens een beetje gebabbeld met Alberto van de b&b, en dan rondgewandeld op zoek  naar ontbijt. En hier zit ik nu te schrijven.

Gisteren nog met een b&b afgesproken dat ik rechtstreeks bij haar zou betalen. Nu krijg ik plots een berichtje dat ze de kamer vergeten te blokkeren was voor mij en dat de kamer nu gereserveerd is voor andere mensen, maar dat ze een andere oplossing heeft voor mij. Zelfde prijs. Inchecken rond 13.30.

Het is echt fris. Hier zit ik dan met al mijn zomerkleren. Ik heb maar 1 broek.

Vorig jaar formuleerde ik het zo op fb: “Ik ontspan altijd als ik in Palermo ben. Zou dat iets zijn als min en min geeft plus of zo? Chaos + chaos = rust...”. De kalmte en sereniteit die me overvallen als ik door Palermo struin, is ongelooflijk. Misschien is het gewoon de chaos van de stad die de chaos in mijn hoofd overstemt.

Ook de vissersbootjes oefenen een grote aantrekkingskracht uit op mij. Altijd zo geweest. Het beroep van visser oefent een enorme aantrekkingskracht uit. Hoe ouder en versletener de vissersbootjes, hoe meer ze me aanspreken. Jammer dat ik mijn fototoestel niet bij heb.

Dinsdag 9 april 2019

Het is 12.40 (op een terras in het zonnetje, net een broek van 160 euro gekocht)

Gisterenochtend was wel fijn. Het was mijn eerste dag.  Het oorspronkelijke plan was dat ik de trein naar Valledolmo zou nemen, maar omdat ik mijn regels heb en het ginder nóg kouder is (rond de 12 graden ☹), besliste ik een dagje langer in Palermo te blijven. Maar bij Alberto kon ik niet blijven. Wat achteraf bekeken jammer is, want het was er rustig.

Rond 13u mijn rugzak gaan halen bij Alberto en dan helemaal naar de andere kant van de stad gewandeld (half uur), waar mijn airbnb was waarvan de eigenaar de kamer dus vergeten te blokkeren was, en dan samen met mij naar de b&b van vrienden van haar is meegewandeld. Alles piekfijn in orde daar, maar ik voelde me er niet echt thuis. Bovendien liet de zon zich de rest van de namiddag nog maar weinig zien en vielen er heel wat buien. De hele namiddag rondgewandeld, door de buien door. Koude, mijn regels en te weinig warme kleren.  Tegen 18u, toen ik terug naar de b&b ging, was ik helemaal ‘onderkoeld’ en in de b&b kreeg ik het niet warm.

15.30 (op het terras van het hostel)

Op vakantie gaan is voor mij voortdurend beslissingen nemen. En dat vind ik moeilijk. Omdat ik er mijn geluk en rust van laat afhangen (of: ze hangen er van af), en ik dus snel spijt heb van een beslissing.  Ik ben vertrokken met het voornemen om geen spijt te hebben van beslissingen, omdat dat zo vreselijk vermoeiend is en je er toch niks aan hebt, aan die spijt. Niettemin vraag ik me onvermijdelijk af of ik er goed aan heb gedaan om in Palermo te blijven. Ik vraag het me terloops, eventjes, af. Ik heb er geen energie voor om er harder over na te denken. Het is ondertussen toch al een zo goed als onmogelijke opdracht om mijzelf ontspannen te krijgen, om die rust te vinden. Dat welbehagen, dat goedvoelen… Het is vaak afhankelijk van onverwachte oncontroleerbare dingen. Vaak mensen. Ik voelde me thuis in het huis van Alberto, en met de raam open hoorde ik de vogeltjes fluiten. Ik voelde me welkom en op mijn gemak. Toen ik daarentegen gisterenavond in de nieuwe b&b aankwam, na een hele namiddag in de kou lopen, en ik het maar niet warm kreeg, ik me loom en kleintjes voelde door mijn regels, en onrustig door het kabaal van de straat, wist ik dat mijn goedvoelen afhankelijk was van de plek waar ik zat. Hoewel spic & span, was de b&b niet mijn dada (ik had hem ook niet zelf gekozen). Dus dan zijn er weinig factoren die me blij maken en als ik me koud, moe, voos (door m’n regels) voel, dan is er ook niks dat me beter doet voelen. Niet dat het zo erg was, gewoon niet behaaglijk.

Ik heb dan (toen ik gisterenavond weer in de b&b aankwam) een douche genomen, beetje op bed gelegen en dan rond half 9 iets gaan zoeken om te eten. Dan ontdekt dat ik geen geld kon afhalen en dat ik mijn pilletje tegen de menstruatiepijn en ob’s vergeten was. Ik wilde in een bepaald bistrootje eten, maar toen ik zag dat er geen plaats was en omdat ik geen ob’s en pilletjes bijhad, heb ik maar voor streetfood gekozen. Een wrap met kip en groenten. Gelukkig zaten er enorm veel sla en groenten in zodat ik mijn groenten toch binnen had. Tegen tien uur weer terug in de b&b. Ik kreeg het niet warm en ik begon te niezen. Uiteindelijk toch ingeslapen.

Deze ochtend moe opgestaan. Ontbijt in de kamer (er stond een plateau in de gang voor mijn deur). Dan naar het station gewandeld (30 min), rugzak afgezet en gaan shoppen voor een warmere broek. Jeans van Miss Sixty van 160 euro gekocht, maar ze past wel perfect. Daarna ook nog een lichtere broek gekocht en ondertussen berichtjes naar Roberto en Francesco, want ik wist niet wat ik wou doen. In Valledolmo, bij Roberto, is het koud en regenachtig, en in San Vito mooi en warm (althans volgens het weerbericht).

Voordat ik Miss Sixty binnenging, paste ik ander broeken, die mij allemaal confronteerden met mijn 58 kg (+5 kg) en de lampen maakten mijn grijze haren zichtbaar. Ik voelde mij dus plots moddervet, oud en onaantrekkelijk, en dus bijgevolg ook onzeker en kwetsbaar. Ik dacht (word ik dan tóch wijzer met de jaren?) dat ik me niet nog kwetsbaarder wilde voelden door Roby of Francesco. Die laatste stuurde niks terug en Roby vroeg of ik om 19u kon aankomen in Valledolmo (ipv om 16u, het uur waarop mijn trein aankomt in het station), omdat er dan nog een meisje zou aankomen, en dat hij ons dan tegelijk kon komen ophalen. Maar ik had enkel een trein die om 16u, of om 20u aankwam, schreef ik. En toen dacht ik: ik ga hier niet zitten wachten om me ergens welkom te voelen. Ik moet er zelf voor zorgen. Dus ik stuurde naar Roby van: "laat maar, ik heb toch mijn regels, en ben dus moe en lethargisch". Ik voel me al kwetsbaar genoeg, ik heb geen mannen nodig die dat gevoel nog versterken. Francesco heeft nog altijd niet geantwoord. Ik heb er ook niet op gewacht en besloot dan maar in Palermo te blijven. Waar moet ik godbetert anders heen. Ik zou het ook niet direct weten. Ik heb dan maar voor het hostel gekozen, waar ik vorig jaar ook zat, op de Via Maqueda. Het heeft tenminste een terras.

20u

Ik zit op de Via Maqueda, met een glas Spritz en een potje chips voor mijn neus.

Daarstraks zat ik op het terras van het hostel te schrijven met af en toe zon. Daarna ben ik nog een twee uur gaan rondwandelen tot mijn voeten pijn deden. Het niet spreken met mensen (al gebeurt er af en toe wel eens een babbeltje met een verkoper of zo), het geen contact hebben, kan me heel energieloos en levenloos maken. Als ik weer in het hostel ben, kruis ik een paar keer een Italiaan, bij wie ik er om de een of andere reden van uitga dat hij de partner is van de eigenares van het hostel. Trots op de foto’s die ik vorig jaar van het hostel heb gemaakt, laat ik ze zien aan hem, waarna ik besef dat hij gewoon net als ik een gast is. We beginnen te praten. Niet dat ik per se een gesprek met hem wilde voeren, maar ik vraag hem toch wat hij in Sicilië doet, of hij op vakantie is. Maar hij gaat naar Favignana, om er het hele zomerseizoen te werken in de horeca. Ik word natuurlijk direct super enthousiast, en zeg dat hij een fantastische zomer gaat hebben: werken, weinig slaap, en veeeeeeel feest.

Ik wil echt geen geforceerd gesprek aan de gang houden, want ik schat hem 25, maar we babbelen een tijdje op het balkon, over het feit dat hij nog nooit in Sicilië is geweest, en ik al tientallen keren. Ik zeg hem dat ik wat mensen en plekken van Favignana zal opschrijven. Ik geef hem de naam van Salvatore en Rosario. Hij heet Davide en blijkt geen 25, maar 32 te zijn.

Ik wilde dan gaan eten in Libreria Dante, maar er was geen tafeltje vrij. Ik had wel zin in drank. De babbel met Davide, hoe kort ook, had me goed gedaan. Gewoon het feit dat mijn spontaniteit er in al haar ongeremdheid kon uitvliegen, daar kikker ik van op. Vandaar ook mijn zin in drank. Dus ik ben een Spritz gaan drinken op een terrasje in de Via Maqueda, en daar zit ik nu. De drank stijgt naar mijn hoofd en ik voel me ontspannen. Jeuj, ontspanning!

Moet ik wel naar Roberto deze vakantie? Ik wil alles vermijden om me zielig te voelen. Ik voel me al genoeg zielig op mezelf. De medelijdende blik van een ander is ondraaglijk.

Ik ben dan misschien wel zielig, maar ik wil me zo niet de hele tijd voelen. Ik ben ook meer dan gewoon alleen maar zielig. En niemand hoeft me eraan te herinneren dat ik zielig ben.

Vrijdag 12 april (Valledolmo)

Eindelijk Valledolmo. Ik wil al sinds 2017 naar Valledolmo.

Ik heb veel last van onzekerheid. Misschien heb ik nog nooit zoveel last gehad van onzekerheid. Het is vooral de angst om vervelend te zijn, om niet goed gevonden te worden, om niet aanvaard te worden enzovoort. Daar komt het allemaal op neer. Ik aanvaard mezelf niet zoals ik ben. Daar begint het mee. Angst om vervelend gevonden te worden net omdat ik zo onzeker ben. Onzekere mensen zijn vervelend. Angst om niet te voldoen aan de verwachtingen die anderen van mij hebben. Het is echt ook helemaal dat. Ik probeer te voldoen aan de verwachtingen van anderen want ik durf mezelf niet te zijn. De onzekerheid is vermoeiend. Het eet je op.

De vermoeidheid (voorbije nachten niet kunnen slapen) maakt het er niet beter op. Het gebrek aan zon helpt ook niet. Al komt ze af en toe tevoorschijn.

Ik ben te gast, maar vraag me niettemin af of ik hem niet tot last ben. Daar zit ik dan mee. Maar ik zit met zo veel.

Hij heeft ook een wwoofer (https://wwoof.net/get-started/), aan wie hij veel moet uitleggen en tegen wie hij veel praat. Dus alle aandacht gaat naar de wwoofer. Aan de ene kant wil ik hem zoveel mogelijk met rust laten, want hij heeft werk, en ik wil niet lastig zijn en hem zeker niet lastig vallen met mijn onzekerheid. Aan de andere kant wil ik met hem praten en hem leren kennen.

Dinsdag 16 april (op de trein naar huis)

Op de trein van Palermo naar Milaan. Twintig uur trein voor de boeg. Ik vind het idee wel leuk. Ik hoef nergens naartoe. Ik had misschien wel liever alleen in het compartiment gezeten, of toch voor een deel van de reis. Nu zit ik samen met een (bijna) tandeloze vrouw van rond de zestig, schat ik. Een beetje een raar figuur.

Ik ben doodmoe. Ik heb vannacht weer weinig geslapen, net zoals de voorbije nachten. Enkel vorige nacht heb ik redelijk geslapen.

Ik heb misschien weinig geslapen maar ik heb 5 zalige, prinsoverheerlijke hemelse nachten in de armen van Roberto gelegen. Vijf nachten die meer dan goud waard zijn. De hele nacht had hij me vast. Ik heb dat nog nooit gedaan. Nog nooit had iemand me 5 nachten lang, de hele nacht lang in zijn armen. En als iemand het al wou, dan wilde ik het nooit, of vond ik het niet leuk. Nu gaf ik er met overgave mijn nachtrust voor op.

Mede door dat tekort aan slaap waren die vijf dagen heel emotioneel en turbulent. En doordat ik mijn rust niet vond (door de combinatie van wervelwind Roberto, slaaptekort, grijs en koud regenweer, enz.) heb ik ook niet geschreven.

Roberto was heel aanwezig, praatte veel en was regelmatig ongeduldig. Zo heb ik hem niet leren kennen in 2017. Integendeel.

Er was ook een bepaalde dynamiek onder de mannen. Ik merkte een soort haantjesgedrag, al was daar totaal geen reden voor. Hoe kan een man van 45 nu het gevoel hebben dat hij moet concurreren met een jongetje van 20 (de wwoofer), terwijl hij zelf met mij iedere nacht in bed ligt? Men will be men…

Ergens wel jammer dat ik niet heb kunnen schrijven want er was wel genoeg te zeggen. Over hoe ik me voelde, maar ook over wat ik heb gedaan. Niet dat ik zoveel heb gedaan, maar ik had het toch willen bijhouden.

Ik ging naar Valledolmo voor rust, en om in die rust mezelf te vinden. Ik dacht, hoopte, dat Valledolmo een soort safe haven ging zijn. Midden in de natuur, bij iemand die ik graag had…

De rust van het platteland was er wel, maar ik vond de ruimte niet om mijzelf te zijn. Misschien maakt mijn angst, afwezigheid en onzekerheid hem wel nerveus. Hij had de voortdurende neiging om me te plagen (op een onaangename manier), om in een rotvaart achter elkaar grapjes te maken, die ik meestal niet begreep (doordat ik bv een woord niet begrepen had), of die ik wel begreep, maar waarbij ik niet door had dat het als grap bedoeld was, wat me dus voortdurend van mijn stuk bracht, me onzeker, ongemakkelijk en onrustig maakte.

Verder behandelde hij me wel als prinses, hij deed alles voor mij en probeerde tot in de details om ervoor te zorgen dat ik het goed had. Hij zorgde echt voor mij.

We hebben ook wel een goei gesprek gehad. Over hoe hij me zag. Of toch hoe hij me zag toen hij me leerde kennen. Als iemand niet serieus. Als iemand die enkel op seks uit is. Tijdens dat gesprek zei hij dat hij me nog altijd zo zag. De volgende dag zei hij dat het door dat gesprek toch lichtjes veranderd was.

Ik ben alleen maar opnieuw gevallen voor hem. En misschien ook nog wel meer dan voordien. Al probeerde ik heel erg met mijn voeten op de grond en realistisch te blijven, en mijn hart onder controle te houden. Dat lukte wel redelijk. Tot hij dan plots, als we met een neef van hem en de wwoofer een uitstapje naar de grotten maken, me de hele rit in zijn armen houdt achter in de auto, en grapjes maakt over “mevrouw Vallone”, dan groeit er toch ergens een duivelse hoop… Valt hij dan toch voor mij? Hoop ik dan stilletjes. En ik voel me een verliefde tiener terwijl hij in de auto zijn armen om me heen heeft. Maar als hij dan ’s avonds opeens grapt over wat voor man hij bij mij vindt passen (groot en blond) en dat op zo’n afstandelijke manier zegt, voelt dat als een dreun aan. Back to reality. En dan voel ik me voor de zot gehouden. Toch door mezelf. Ik heb me weer illusies gemaakt. Ik voel me triest en kwetsbaar. En geërgerd. Het is tijdens (of na) het avondeten dat dit gebeurde.  Als ze allebei een joint hebben gerookt. Ik ga bellen met Giampiero.  En dat doet deugd, want GP is blij me te horen en begint niet over “je moet in het moment leven”. Dat fucking moment altijd. Ik wil geen moment meer. Als je gevoelens hebt, wil je geen moment. Maar ik zet me erover. Ik bedenk dat het geen zin heeft om aan Roberto uit te leggen hoe ik me voel, dat ik dacht dat het iets meer was (om dan toch alleen maar te moeten horen dat het maar “una storia” (een avontuurtje) is.  Ik bedenk me dan dat het enige waar ik echt spijt van heb,  is dat hij me niet kent.

Als we in bed liggen die nacht, vraagt hij of ik erover wil praten, wat ik wel eindeloos lief vind. Ik zeg van niet, dat het me te ver zou brengen. Dat ik alleen spijt heb dat hij me niet kent. Uiteindelijk beginnen we toch serieus te praten. Hij zit vol energie, ondanks het late uur. Hij heeft samen met Giuseppe (de wwoofer) een zware joint gerookt en die werkt nog door. Hij is behalve lacherig en speels ook heel attent en geconcentreerd. Het gesprek doet me deugd. Ik slaap die nacht ook goed. Het naast elkaar liggen is overheerlijk. Onze benen en armen knopen als vanzelf in elkaar. Ik kan daar niet genoeg van krijgen. We hebben het over seks en over hoe hij me ziet, en over het feit dat ik tot hiertoe enkel hem plezier heb gedaan, dat we enkel nog maar vluggertjes hebben gedaan zonder dat ik me daarbij echt kon ontspannen. Ik wijt het aan de combinatie van factoren. Hij geeft zelf toe dat hij nog niet enorm veel moeite heeft gedaan, er nog niet echt werk van heeft gemaakt, omdat ik me toch ‘aanbied’. En dan maakt hij de vergelijking met aarde die, als ze te veel artificieel bemest wordt, ze zelf niet meer vruchtbaar wordt, omdat dat niet nodig is.  Ik zeg op een bepaald moment dat ik vaak de neiging heb om seks te hebben met iemand die ik graag heb, uit schrik de interesse van de andere te verliezen.  Terwijl ik goed weet dat het net omgekeerd is: de interesse van een man wordt maar aangewakkerd als hij niet meteen krijgt wat hij wilt. Dat had hij eerder in het gesprek ook al aangehaald: dat een man net zijn interesse verliest als hij geen moeite moet doen.

De volgende ochtend (dat was dus gisteren, de laatste dag), kies ik ervoor om in bed te blijven. Uiteindelijk blijf ik liggen tot 14u, zonder me echt uitgeslapen te voelen. (Ik heb dan ook 6 nachten slaaptekort, dat haal ik niet in met een ochtend bijslapen). Maar toch doet die kleine inhaalbeweging goed. ’s Avonds voel ik me eindelijk weer ontspannen en heb ik weer zin in seks. De laatste nacht (dus gisterennacht) hebben we eindelijk echt samen seks. Hij raakt me aan, ik word opgewonden, we kleden elkaar uit, we verliezen ons in elkaars armen. Huid tegen huid, in elkaar verstrengeld. We hebben geen condooms meer, maar we zijn allebei opgewonden en laten elkaar klaarkomen.

Ik voel veel. En ben de korte “storie”, de avontuurtjes van een of twee dagen, terwijl ik gevoelens heb, zo beu. Maar ik zet me schrap, ik aanvaard.

Voordat we seks hadden die laatste nacht, zeg ik dat het de laatste nacht is in elkaars armen. Hij zegt “waarom de laatste nacht?” Hij sluit niet uit dat het nog eens gebeurt. Maar voor mij is dat niet genoeg. Toch leg ik me erbij neer. Gevoelens kan je niet forceren.

Ik heb geen idee hoe je iemand moet winnen, veroveren. Het is nog nooit gelukt (bij iemand die ik ook wilde), behalve misschien bij Giampiero. Het lukt alleen als ik geen interesse toon, en dat lukt alleen maar als ik ook effectief geen interesse heb.

Ik zet me dus schrap, ik probeer mijn verlangen te kalmeren. Ik probeer vrede te hebben met het nu en met wat is. Maar ik mis hem, uiteraard.

Op een bepaald moment, tijdens de voorlaatste nacht, zegt hij iets als “wil je liever proberen geen seks te hebben en een relatie opbouwen?” of zoiets, of dat is toch wat ik onthouden heb. Ik antwoord: ah, is dat de manier dan? Maar ik had moeten vragen: wil jij dat? Want ik zou zoiets meteen willen.

Woensdag 17 april

Ik zit in de trein van Milaan naar Zurich. Het is eens iets anders dan het normale traject. Palermo-Milaan-Zurich-Parijs-Brussel. Ik heb wel minder overstaptijd dan bij het traject via Turijn en Salerno. In Milaan slechts een halfuur en in Zurich ook maar een halfuur. Deze trein is best wel aangenaam. En die van Zurich naar Parijs duurt ook maar vier uur. Het is eens iets anders dan altijd dezelfde treinen.

Ik voel me al zo lang leeg en koud in mijn hart. Ik wou dat terugvinden op reis. Maar het lijkt maar pas op deze trein dat ik weer contact maak met mezelf. Lichtjes.

Ik voel me de laatste dagen zo snel aangevallen, in een hoek geduwd. Ik ben dat zo beu. Ik wil opnieuw een warm hart, ik wil opnieuw kunnen geven, me kunnen openstellen, spontaan kunnen zijn, zonder het gevoel te hebben daarvoor het deksel op de neus te krijgen.

Ik voel vrolijkheid. Zou dat door de zon komen?

15.30

In de trein naar Parijs. In het station van Zurich. Fijn om andere treinen te nemen dan ik gewoon ben. Dat zit er nog wat verrassing aan. Raar ook om eens in Zwitserland te zijn. Een heel andere sfeer. Mooie uitzichten ook van Milaan naar Zurich. Door de bergen.

21u

De trein naar Parijs was te druk voor mij om me te ontspannen. Gejengel van kinderen. Voeten van een kind tegen de achterkant van mijn stoel. Kind voor me dat dat over zijn leuning leunde en me zat aan te kijken (niet op een schattige of gewenste manier).

De trein naar Brussel zit zoals steeds goed vol. Maar ik geloof dat ik eindelijk in de rijrichting zit. Dat is toch al dat. Al is het buiten donker. Ik had 2 uur in Parijs. Die had ik blijkbaar toch nodig om te klungelen bij het kopen van een kaartje. De automaten worden precies elke week anders ingesteld, zodat je iedere keer weer moet liggen uitzoeken hoe het zit. En dan nog eindeloos zoeken naar de juiste weg naar eerst de juiste metro en dan naar de treinen. Met de overige tijd heb ik vettige frieten en een vettige hamburger gegeten. Na al dat gezond en ecologisch verantwoord eten van Roberto voel ik me er schuldig om.

Gisterenmorgen om 8uur vertrokken uit Valledolmo. Dat zijn dus 2 volledige dagen.

Sinds deze middag mis ik Roberto heel erg. Natuurlijk ook versterkt door het feit dat hij niet meer antwoordt op mijn laatste bericht. Ik had twee foto’s gestuurd die Giuseppe van mij had gemaakt.

Ik ben heel moe, maar het is hier rustig. Ik luister naar Schubert, en ik moet mijn leven veranderen.

Roberto heeft zo ongelooflijk veel dezelfde ideeën over het leven als ik heb, over puur leven enzovoort. De frustratie is dat hij dat niet weet. Hij had me beter kunnen leren kennen als hij wou. Maar hij was druk, hij praatte aan 1 stuk door, of maakte een waterval aan grapjes, en soms viel hij ineens stil, waarna we niet meteen iets te zeggen hadden. Waardoor ik op zo’n moment het gevoel kreeg dat we wel totaal oninteressant moesten zijn of toch tenminste zo moesten overkomen bij hem.

25/4/19

Roberto zei dat hij me zag als een “scoppatrice” (een ‘neukster’). En hoewel het wel heel beledigend is, ben ik er toch serieus door gaan nadenken over hoe ik met mannen omga.

Mijn kop zit vol. Heel erg. Net zoals mijn gsm. Af en toe zit het zo vol dat ik zelfs niet meer kan deleten. Omdat ik niet kan processen. Ik wou dat ik wist waar ik naartoe moest om mijn hoofd leeg te maken. Een plek zonder prikkels.

Ik leef het meeste van de tijd onder een dik donker wolkenpak van negatieve gedachten. Slechts af en toe breekt de zon door en zie ik mogelijkheden, zie ik helder.

Bij Roberto in ValledolmoBij Roberto in ValledolmoBij Roberto in ValledolmoBij Roberto in ValledolmoBij Roberto in ValledolmoBij Roberto in ValledolmoBij Roberto in ValledolmoBij Roberto in ValledolmoBij Roberto in ValledolmoBij Roberto in ValledolmoBij Roberto in ValledolmoBij Roberto in Valledolmo

foto's

Foto’s